Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Wie zal voor mij [14]staan tegen de boosdoeners? Wie zal zich voor mij stellen tegen de werkers der ongerechtigheid? 14. Te weten, om mij te helpen. Alsof hij zeggen wilde: Niemand onder de mensen; maar het zal God de Heere zijn. Zie Esth.8:11; de psalmist klaagt dat hij van zijne vrienden in den nood is verlaten geweest.